“Slavernij” is de toestand waarin er ten aanzien van een persoon bepaalde of alle eigendomsrechten worden uitgeoefend. Een jong meisje werd naar een gezin in een ander land overgebracht waar ze moest inwonen en zonder betaling lange werkdagen moest maken. Zij was niet bij machte iets aan haar situatie te veranderen. Het Hof oordeelde dat het meisje geen slaaf was, omdat de familie haar niet als eigendom behandelde, maar wel dat ze in dienstbaarheid werd gehouden (Siliadin v. France) omdat ze gedwongen was daar te wonen en te werken.
Van dwangarbeid of verplichte arbeid is sprake wanneer een persoon gedwongen wordt werkzaamheden te verrichten of diensten te verlenen omdat er anders straffen dreigen. In artikel 4, derde lid, worden drie situaties opgesomd die niet als dwangarbeid worden aangemerkt:
- a. werk verricht door rechtmatig gedetineerden;
- b. dienst van militaire aard (of een erkend equivalent daarvan);
- c. elk werk dat of elke dienst die behoort tot de normale burgerplichten (bijvoorbeeld optreden als jurylid).
Ook hier geldt een positieve verplichting tot onderzoek, met name bij verdenking van mensenhandel of huisslavernij. Onderzoeken moeten voldoen aan dezelfde vereisten qua transparantie, effectiviteit en onafhankelijkheid als omschreven bij de artikelen 2 en 3 (zie punt 23).